Het medium waarvan bijna alle Nederlandse voorbeelden in de handen van Belgen zijn beland, is de schilderkunst. In de 17e eeuw was Nederland een wereldmacht in de schilderkunst, met kunstenaars als Rembrandt, Vermeer en Frans Hals. Hun werken werden gewaardeerd over de hele wereld, en werden vaak verkocht aan buitenlandse verzamelaars. Veel van deze werken bevinden zich nu in Belgische musea, zoals het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, het Museum voor Schone Kunsten in Brussel, en het Stedelijk Museum in Gent.
Een van de redenen waarom zo veel Nederlandse schilderijen in Belgische handen zijn gekomen, is de Franse bezetting van Nederland in de 18e eeuw. Veel Nederlandse kunstwerken werden toen door de Fransen geroofd en naar Frankrijk gebracht. Na de Franse Revolutie werden deze werken teruggegeven aan Nederland, maar sommige bleven in Belgische handen.
Een andere reden voor de overdracht van Nederlandse schilderijen naar België is de economische crisis in Nederland in de 19e eeuw. Veel Nederlandse verzamelaars waren gedwongen hun kunstwerken te verkopen om hun schulden te betalen. Deze werken werden vaak gekocht door Belgische verzamelaars, die meer geld hadden.
De overdracht van Nederlandse schilderijen naar België heeft een belangrijke impact gehad op de Belgische kunstcollecties. Deze werken vormen een belangrijk onderdeel van de Belgische kunstgeschiedenis, en dragen bij aan de internationale reputatie van Belgische musea.
Naast schilderijen zijn er ook andere Nederlandse kunstwerken die in Belgische handen zijn gekomen. Zo bevindt zich de beroemde Madonna met kind van Jan van Eyck in het Museum voor Schone Kunsten in Gent, en de Kroning van Maria van Rogier van der Weyden in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen.