De versvoet die bestaat uit twee onbeklemtoonde lettergrepen en een beklemtoonde lettergreep heet een anapest.
Een voorbeeld van een anapest is het woord “gezeven”. De klemtoon ligt op de tweede lettergreep, “ze“, en de eerste twee lettergrepen, “ge” en “ven“, zijn onbeklemtoond.
Hier zijn nog een paar voorbeelden van anapesten:
- regenbui
- metropool
- onderdaan
- tegenwoordig**
- vierkantig**
Anapesten worden vaak gebruikt in gedichten om een lichte, vrolijke of snelle sfeer te creëren. Ze kunnen ook worden gebruikt om een gevoel van beweging of voortgang te suggereren.
In de Nederlandse poëzie worden anapesten vaak gebruikt in combinatie met andere versvoeten, zoals dactylen en trocheeën. Dit kan een meer gevarieerd en interessant ritme creëren.
Enkele voorbeelden van anapesten in de Nederlandse poëzie:
- “De wind waait door de bomen,” – J.C. Bloem
- “Het water stroomt in de rivier,” – M. Nijhoff
- “De vogels vliegen in de lucht,” – H. Marsman
Andere talen
Anapesten worden ook gebruikt in andere talen, zoals Engels, Frans en Duits. In het Engels worden ze vaak aangeduid als “anapaests“.
Enkele voorbeelden van anapesten in het Engels:
- “The water flowed down the stream,” – William Wordsworth
- “The wind blew through the trees,” – Emily Dickinson
- “The birds sang in the sky,” – John Keats
Muziek
Anapesten worden ook gebruikt in muziek. Ze komen vaak voor in marsen en andere stukken met een snelle, opzwepende beat.
Enkele voorbeelden van anapesten in muziek:
- “The Radetzky March” – Johann Strauss I
- “The Turkish March” – Wolfgang Amadeus Mozart
- “The William Tell Overture” – Gioachino Rossini