Pablo Escobar was de leider van het Medellínkartel, een Colombiaans drugskartel dat in de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw actief was. Het kartel was verantwoordelijk voor het grootste deel van de cocaïnehandel in de Verenigde Staten en Europa. Escobar werd geboren in Rionegro, Colombia, in 1949. Hij begon zijn criminele carrière als tiener met het stelen van auto’s en het verkopen van sigaretten. In de jaren 70 begon hij met het verhandelen van marihuana en cocaïne.
Escobar was een zeer succesvolle drugsbaron. Hij bouwde een enorm fortuin op en werd een van de rijkste mensen ter wereld. Hij gebruikte zijn geld om een imperium van cocaïneproductie, -handel en -distributie op te bouwen. Hij kocht ook een groot deel van Medellin, Colombia, en werd een soort Robin Hood-figuur voor de armen van de stad.
Escobars drugshandel leidde echter ook tot veel geweld. Hij was verantwoordelijk voor de dood van honderden politieagenten, politici en journalisten. Hij liet ook bommen ontploffen in openbare plaatsen, zoals luchthavens en hotels. Escobars gewelddadige gedrag leidde uiteindelijk tot zijn ondergang. In 1993 werd hij doodgeschoten door de Colombiaanse politie.
Escobars leven en dood hebben een grote impact gehad op Colombia. Hij wordt nog steeds herinnerd als een van de meest beruchte criminelen in de geschiedenis.