Ja, vader ziet een zangeres op de vuilnisbelt. Hij is op weg naar huis van zijn werk als hij haar ziet zitten op een hoop afval. Ze is jong en mooi, met lang, donker haar en bruine ogen. Ze draagt een versleten jurk en haar schoenen zijn versleten. Maar haar stem is prachtig.
Vader stopt en luistert naar haar zingen. Ze zingt een lied over liefde en verlies. Haar stem is zo mooi dat vader zich verdrietig en gelukkig voelt tegelijkertijd. Hij hoort haar al zijn hele leven niet zoiets moois zingen.
Als ze klaar is met zingen, kijkt ze vader aan. Ze glimlacht en zegt: “Bedankt dat je hebt geluisterd.”
Vader glimlacht terug. “Het was een genoegen,” zegt hij. “Je hebt een prachtige stem.”
Ze bedankt hem nogmaals en dan staat ze op. Ze loopt weg, haar stem klinkt nog even na in de wind.
Vader blijft nog even staan, kijkend naar de plek waar ze was. Hij voelt zich anders dan voorheen. Hij voelt zich alsof hij iets heeft gezien dat hij nooit zal vergeten.
Hij loopt verder naar huis, maar hij kan haar stem niet uit zijn hoofd zetten. Hij denkt aan haar mooie gezicht en haar prachtige stem. Hij weet dat hij haar nooit meer zal vergeten.
De volgende dag gaat vader weer naar de vuilnisbelt. Hij hoopt haar weer te zien, maar ze is er niet. Hij gaat er elke dag heen, maar hij ziet haar nooit meer.
Hij blijft haar echter altijd herinneren. Ze is de zangeres op de vuilnisbelt, de vrouw die zijn leven veranderde.