De Amerikaanse gezant achter het Verdrag van Dayton was Richard Holbrooke. Hij was de speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Staten voor de Bosnische oorlog van 1992 tot 1995. Holbrooke was een ervaren diplomaat die eerder had gediend als onderminister van Buitenlandse Zaken en als ambassadeur in Joegoslavië. Hij was ook een voorstander van een militaire interventie in Bosnië om de oorlog te beëindigen.
Holbrooke begon met onderhandelingen met de Bosnische regering en de Bosnische Serviërs in november 1994. De onderhandelingen waren moeilijk en gingen gepaard met veel onderbrekingen. In januari 1995 werd de Dayton-conferentie gehouden in Dayton, Ohio. De conferentie duurde twee weken en leidde tot het Verdrag van Dayton, dat op 21 november 1995 werd ondertekend.
Het Verdrag van Dayton beëindigde de Bosnische oorlog en creëerde een nieuwe staat, Bosnië en Herzegovina. Het verdrag was gebaseerd op het principe van een federatie met twee entiteiten: de Federatie van Bosnië en Herzegovina en de Republiek Srpska. Het verdrag voorzag ook in de vestiging van een internationale militaire aanwezigheid in Bosnië en Herzegovina.
Holbrooke werd geprezen voor zijn rol bij het beëindigen van de Bosnische oorlog. Hij werd in 1996 benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken door president Bill Clinton. Hij stierf in 2010 aan kanker.
De Amerikaanse gezant achter het Verdrag van Dayton was dus Richard Holbrooke. Hij was een ervaren diplomaat die een belangrijke rol speelde bij het beëindigen van de Bosnische oorlog.