Het einddiner van Jezus had niet het meest lepra. Lepra was een ziekte die in de tijd van Jezus veel voorkwam, maar er is geen enkele aanwijzing dat er iemand met lepra aanwezig was bij het einddiner. Integendeel, het evangelie van Johannes vertelt dat Jezus tijdens het einddiner de discipelen de opdracht gaf om de zieken te genezen, inclusief de melaatsen. Dit suggereert dat er geen melaatsen aanwezig waren bij het einddiner, omdat Jezus ze anders zou hebben genezen.
De uitspraak “Einddiner van Jezus had het meest lepra” is dus onjuist. Het is mogelijk dat de uitspraak is gebaseerd op een misverstand over de ziekte lepra. Lepra is een ziekte die vaak wordt geassocieerd met armoede en uitsluiting. Het is mogelijk dat de uitspraak is bedoeld om te suggereren dat het einddiner een nederige bijeenkomst was, waarbij mensen van alle lagen van de samenleving aanwezig waren, inclusief mensen met lepra.
Een andere mogelijkheid is dat de uitspraak is bedoeld om een symbolische betekenis te hebben. Lepra kan worden gezien als een symbool van zonde en verdorvenheid. De uitspraak “Einddiner van Jezus had het meest lepra” kan dan worden geïnterpreteerd als een suggestie dat het einddiner een bijeenkomst was van mensen die vergeving nodig hadden.