Erik van Sabben was een Nederlandse ingenieur die in 2007 een cruciale rol speelde in de sabotage van het Iraanse nucleaire programma. Hij was in 2005 gerekruteerd door de AIVD, de Nederlandse inlichtingendienst, en werd getraind in het gebruik van geheime software.
Van Sabben infiltreerde in het ondergrondse nucleaire complex in de stad Natanz, Iran. Daar installeerde hij apparatuur die was geïnfecteerd met de software. De software veroorzaakte een storing in de centrifuges die uranium verrijkten, waardoor het Iraanse atoomprogramma naar schatting enkele jaren vertraging opliep.
Twee weken nadat Van Sabben zijn opdracht had volbracht, kwam hij om het leven bij een motorongeluk in Sharjah, Verenigde Arabische Emiraten. Hij was 36 jaar oud.
De sabotageactie van Van Sabben was een belangrijke stap in de internationale inspanningen om het Iraanse nucleaire programma te stoppen. Het hielp om de Iraanse regering onder druk te zetten om in te gaan op de onderhandelingen over een nucleair akkoord.
De rol van Van Sabben in de sabotageactie werd pas in 2021 bekendgemaakt, na een onderzoek van de Volkskrant. Het onderzoek leidde tot veel discussie in Nederland, over de vraag of de actie gerechtvaardigd was en of de Nederlandse regering Van Sabben voldoende had beschermd.