De voorganger van de eindtoets basisonderwijs was de Cito-toets.
De Cito-toets was van 1970 tot 2014 de meest gebruikte eindtoets in Nederland. Hoewel de toets niet verplicht was, werd deze wel op ongeveer 85% van de basisscholen afgenomen. In 2015 werd de Cito-toets vervangen door de Eindtoets Basisonderwijs, die wel verplicht is voor alle basisscholen.
De Cito-toets was een gestandaardiseerde toets die het niveau van leerlingen in groep 8 op het gebied van taal en rekenen beoogde te meten. De toetsresultaten werden gebruikt om te bepalen welk niveau van voortgezet onderwijs passend was voor een leerling.
De Eindtoets Basisonderwijs is in feite een opvolger van de Cito-toets, met enkele belangrijke verschillen. Zo is de Eindtoets Basisonderwijs:
- Verplicht voor alle basisscholen
- Ontwikkeld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE), in plaats van door Cito
- Breder van opzet dan de Cito-toets, met toetsing van taal, rekenen, wereldoriëntatie en burgerschap
- Een momentopname, die naast het schooladvies van de basisschool meegewogen wordt bij de toelating tot het voortgezet onderwijs
De Cito-toets is dus de directe voorganger van de eindtoets basisonderwijs, maar er zijn belangrijke verschillen tussen beide toetsen.
Andere benamingen:
De Cito-toets werd ook wel de eindtoets, de Cito eindtoets of de groep 8 toets genoemd.