Een truffel is een zwam die onder de grond groeit, in symbiose met de wortels van bepaalde bomen, zoals eiken, hazelnoten en pijnbomen. Er zijn meer dan 100 verschillende soorten truffels, maar de meest bekende zijn de zwarte truffel (Tuber melanosporum) en de witte truffel (Tuber magnatum).
Truffels hebben een sterke, aardachtige geur die aan roquefortkaas, knoflook en paddenstoelen doet denken. Ze worden vaak gebruikt in de haute cuisine, en kunnen rauw, gekookt of verwerkt worden in sauzen, pasta’s, risotto’s en andere gerechten.
Truffels zijn zeer kostbaar, met prijzen die kunnen oplopen tot € 5.000 per kilo. Ze zijn moeilijk te vinden, omdat ze onder de grond groeien en niet gemakkelijk te oogsten zijn. Truffeljagers gebruiken vaak honden of varkens om ze te vinden.
Truffels zijn een bron van vitamines en mineralen, waaronder vitamine C, ijzer en kalium. Ze zijn ook een goede bron van antioxidanten.
Truffels worden al sinds de oudheid gewaardeerd om hun delicate smaak en aroma. Ze werden door de Romeinen gebruikt als medicijn en als smaakmaker, en ze werden ook door de oude Grieken en Egyptenaren gewaardeerd.
Tegenwoordig worden truffels nog steeds beschouwd als een delicatesse, en ze worden vaak gebruikt in de haute cuisine. Ze zijn een kostbaar ingrediënt, maar ze kunnen een gerecht een unieke smaak en aroma geven.