De weigering van een kieskeurige dief
Scène:
Een donkere steeg, maanlicht schijnt op een gespierde man in donkere kleding. Hij staat voor een sieradenwinkel, zijn ogen glijden over de glimmende etalage.
Dief: (mompelt) Diamanten… te saai. Robijnen… te alledaags. Smaragden… hmm, misschien.
Een krakende stem klinkt uit de schaduw.
Stem: Ben je nou aan het inbreken of aan het window-shoppen?
De dief schrikt en draait zich om. Daar staat een oude man met een kromme rug en een scherpe blik.
Dief: Wie ben jij?
Oude man: Iemand die je kan helpen, of je in de weg kan staan. Wat is je plan?
Dief: Ik wil de meest waardevolle edelsteen uit die etalage halen.
Oude man: (grinnikt) Kieskeurig ben je, hè?
Dief: Ja, ik heb een reputatie te handhaven.
Oude man: Luister, ik ken die winkel als mijn broekzak. De beste steen is een blauwe maansteen, diep in de kluis. Maar die is goed beveiligd.
Dief: (kijkt bedenkelijk) Hmm, een uitdaging.
Oude man: Precies. Maar ik heb een plan. We werken samen, jij en ik. Jij met je jeugdige kracht, ik met mijn kennis. We pakken die maansteen en delen de winst.
De dief aarzelt.
Dief: Weet ik niet zeker… ik werk liever alleen.
Oude man: Denk na. Twee zijn sterker dan één. En met mijn hulp is de kans op succes veel groter.
De dief overweegt het even.
Dief: Oké, goed. Maar als je me probeert te bedriegen…
Oude man: (onderbreekt) Geen zorgen, eerlijkheid is mijn motto.
Dief: Prima. Laten we dan beginnen.
De dief en de oude man gaan samenwerken om de blauwe maansteen te stelen. De oude man toont de dief een geheime ingang naar de winkel en helpt hem de kluis te kraken. De dief pakt de maansteen en ze vluchten ongemerkt.
Later, in een verlaten schuur:
De dief bekijkt de maansteen in het maanlicht. Hij glimlacht tevreden.
Dief: Prachtig. Dit was het waard.
Oude man: (knikt) Inderdaad, een schitterende steen.
Dief: (kijkt naar de oude man) En nu?
Oude man: De winst verdelen, zoals afgesproken.
De dief deelt de maansteen in tweeën.
Dief: Hier, jouw helft.
Oude man: Dank je. Maar ik heb nog een voorstel.
Dief: Oh ja?
Oude man: We houden deze steen niet. We verkopen hem en gebruiken het geld om iets goeds te doen. We helpen de armen, de daklozen. We maken de wereld een beetje beter.
De dief fronst zijn wenkbrauwen.
Dief: Wat? Ik heb hard gewerkt voor die steen. Ik ga hem niet zomaar weggeven.
Oude man: Denk aan de impact die we kunnen maken. We kunnen levens veranderen.
De dief aarzelt.
Dief: Hmm, ik weet niet…
Oude man: Probeer het eens. Je zal versteld staan hoeveel voldoening het geeft om anderen te helpen.
De dief zucht en knikt.
Dief: Oké, je hebt me overtuigd. Laten we iets goeds doen met die steen.
De dief en de oude man verkopen de maansteen en gebruiken het geld om de armen en daklozen te helpen. Ze vinden meer voldoening in hun goede daad dan ze ooit hadden gedacht met de gestolen steen.
Moraal: Soms is het belangrijker om iets goeds te doen dan om je eigen gewin te behalen. Door samen te werken en te delen, kunnen we de wereld een betere plek maken.