De grondlegger van de evolutietheorie is Charles Darwin. Hij was een Britse bioloog, geoloog en natuurhistoricus die leefde van 1809 tot 1882. Darwin beschreef in zijn boek “De Oorsprong der Soorten” (1859) het proces van natuurlijke selectie als verklaring voor de ontwikkeling van soorten doorheen de tijd.
Het is belangrijk te benadrukken dat Darwin niet de enige was die bijdroeg aan de ontwikkeling van de evolutietheorie. Alfred Russel Wallace kwam onafhankelijk van Darwin tot hetzelfde idee over natuurlijke selectie. Beiden worden dan ook beschouwd als de belangrijkste grondleggers van de theorie.
Naast Darwin en Wallace waren er nog andere wetenschappers die belangrijke stappen zetten in de ontwikkeling van de evolutietheorie. Denk hierbij aan Jean-Baptiste Lamarck, Thomas Malthus en Charles Lyell.
De evolutietheorie is vandaag de dag een van de best ondersteunde theorieën in de wetenschap. Het heeft ons begrip van de natuurlijke wereld enorm vergroot en heeft belangrijke implicaties voor de biologie, de geneeskunde, de landbouw en vele andere disciplines.