In mijn cel, teruggeworpen op mezelf, Staar ik naar mijn boeken, een schatkist vol verhalen. Verhalen van helden en schurken, van liefde en verraad, Van verre werelden en magische wezens.
Ik verslind de pagina’s, hun woorden vullen mijn leegte. Ze transporteren me naar andere tijden en plaatsen, Ver weg van de koude, harde muren van mijn cel.
In de boeken vind ik troost, avontuur en wijsheid. Ze leren me over de mensheid, over goed en kwaad, Over hoop en dromen, over de kracht van de geest.
Mijn boeken zijn mijn metgezellen, mijn vrienden, mijn familie. Ze houden me gezelschap in mijn eenzaamheid, Ze geven me kracht in mijn momenten van zwakte.
Ik ben dankbaar voor mijn boeken, Voor de wereld die ze me openen, Voor de lessen die ze me leren.
Ze zijn mijn venster op de wereld, Mijn ticket naar vrijheid, Mijn hoop op een betere toekomst.
In mijn cel ben ik niet alleen. Ik heb mijn boeken.