De geestelijk vader van Maarten Koning is Anton Beerta, zijn leermeester en mentor bij het Rijksbureau voor Onderzoek van het Onderwijs. Beerta is een bevlogen wetenschapper die Maarten inspireert met zijn liefde voor de wetenschap en zijn idealisme. Hij leert Maarten kritisch denken en onafhankelijk te zijn.
Maarten is echter ook kritisch op Beerta. Hij vindt hem soms te dogmatisch en te idealistisch. Ook is hij niet altijd overtuigd van Beerta’s wetenschappelijke integriteit.
Ondanks deze kritiek blijft Beerta een belangrijke rol spelen in het leven van Maarten. Hij is een bron van inspiratie en steun, en hij helpt Maarten om zijn eigen weg te vinden in het leven.
In de loop van de romancyclus Het Bureau groeit Maarten uit Beerta’s schaduw. Hij wordt een zelfstandige wetenschapper met zijn eigen ideeën en overtuigingen. Maarten blijft Beerta echter altijd dankbaar voor zijn invloed.
In het laatste deel van de romancyclus, Plankton, wordt Beerta getroffen door een beroerte en raakt hij in een vegetatief coma. Maarten ervaart dit als een verlies van zijn geestelijke vader.
De dood van Beerta markeert het einde van een tijdperk voor Maarten. Hij is nu definitief losgebroken van zijn leermeester en moet zijn eigen weg vinden in de wereld.