Het aantal stemmen dat nodig is om een zetel in de Tweede Kamer te behalen, wordt bepaald door de kiesdeler. De kiesdeler is het totaal aantal geldige stemmen dat is uitgebracht, gedeeld door het aantal te verdelen zetels. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 was de kiesdeler 69.485. Dat betekent dat een partij in ieder geval 69.485 stemmen nodig had om een zetel te behalen.
In de praktijk is het aantal stemmen dat nodig is om een zetel te behalen vaak hoger dan de kiesdeler. Dit komt omdat er vaak meerdere partijen zijn die de kiesdeler halen. De zetels worden dan verdeeld volgens het systeem van de grootste gemiddelden. Dit systeem houdt in dat de partij met het hoogste gemiddelde aantal stemmen per zetel de eerste restzetel krijgt. Vervolgens wordt het gemiddelde van de partij met het op een na hoogste gemiddelde berekend, en zo verder.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 waren er 15 partijen die de kiesdeler haalden. Dit betekent dat er in totaal 150 zetels verdeeld werden. De VVD, D66, CDA en PVV kregen elk 34 zetels, de SP 20 zetels, GroenLinks 17 zetels, PvdA 13 zetels, Volt 12 zetels, Forum voor Democratie 8 zetels, ChristenUnie 7 zetels, JA21 6 zetels, Denk 4 zetels en BBB 3 zetels.
Voor een voorkeurszetel is in Nederland 25% van de kiesdeler nodig. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 was dit dus 17.371 stemmen.