Zesletterwoorden met de betekenis “afkeuring”:
Zelfstandige naamwoorden:
- Blaam: Beschuldiging van een fout of misdaad.
- Fobie: Intense en irrationele angst voor iets specifieks.
- Kritiek: Negatieve beoordeling van iets of iemand.
- Laking: Afkeuring uiten over iets of iemand.
- Verwijt: Beschuldiging van wangedrag.
- Wrevel: Gevoel van boosheid en ergernis.
Andere mogelijkheden:
- Grijp: Plotselinge en krachtige afkeuring.
- Haat: Intense afkeer en vijandigheid.
- Hoon: Bespotting en minachting.
- Nijd: Jaloersheid en afgunst.
- Smaad: Schandelijke beschuldiging.
- Spijt: Berouw over een gemaakte fout.
Werkwoorden:
- Afkeuren: Iets of iemand niet goedkeuren.
- Berispen: Iemand terechtwijzen voor wangedrag.
- Laken: Afkeuring uiten over iets of iemand.
- Verwerpen: Iets of iemand niet accepteren.
Bijvoeglijke naamwoorden:
- Afkeurend: Iets dat afkeuring uitdrukt.
- Berispelijk: Wangedrag dat terechtwijzing verdient.
- Laakbaar: Afkeurenswaardig.
- Verwerpelijk: Onaanvaardbaar.
Tip: Als je meer context kunt geven, zoals de kruisingswoorden of de zin waarin het woord moet passen, kan ik je wellicht een betere suggestie geven.