Het beleid bij de val van de regering is vastgelegd in de Grondwet van België. In artikel 101 van de Grondwet staat dat de regering kan vallen als de meerderheid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers geen vertrouwen meer heeft in de regering of in een minister. In dat geval moet de regering aftreden.
Als de regering valt, wordt er een nieuwe regering gevormd. Dit kan door een nieuwe meerderheid in het parlement te vinden, of door een minderheidsregering te vormen die steun heeft van andere partijen. Als er geen nieuwe regering kan worden gevormd, worden er vervroegde verkiezingen uitgeschreven.
De volgende stappen worden gezet als de regering valt:
- De regering dient haar ontslag in bij de Koning.
- De Koning vraagt aan de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers om een nieuwe regering te vormen.
- De voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers probeert een nieuwe meerderheid te vinden.
- Als er een nieuwe meerderheid is gevonden, wordt een nieuwe regering gevormd.
- Als er geen nieuwe meerderheid is gevonden, worden er vervroegde verkiezingen uitgeschreven.
De val van de regering kan verschillende gevolgen hebben voor het land. In het geval van een nieuwe regering kan er een nieuwe koers worden ingezet. In het geval van een minderheidsregering kan het beleid bemoeilijkt worden. In het geval van vervroegde verkiezingen kan de stabiliteit van het land worden verstoord.
In de praktijk is de val van de regering een zeldzaam fenomeen in België. In de afgelopen 50 jaar zijn er slechts vijf regeringen gevallen. De meest recente val van de regering was in 2010, toen de regering-Di Rupo viel na een conflict over de begroting.