Bier van het huis dat in rook opgaat is een Nederlands gezegde dat verwijst naar iets dat verloren is gegaan of onbereikbaar is geworden. Het gezegde is vermoedelijk ontstaan in de 17e eeuw, toen branden in steden en dorpen nog veelvuldig voorkwamen. Bier was in die tijd een kostbaar goed, en als een huis in brand vloog, ging vaak ook de biervoorraad verloren.
Er zijn verschillende varianten van het gezegde, maar de meest voorkomende is: Het bier van het huis dat in rook opgaat, komt nooit meer terug.
Dit gezegde kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Het kan een uitdrukking van spijt of teleurstelling zijn, maar het kan ook een waarschuwing zijn om voorzichtig te zijn met wat je hebt.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe het gezegde kan worden gebruikt:
- “Ik had zo’n zin om die wedstrijd te zien, maar het bier van het huis dat in rook opgaat, komt nooit meer terug.”
- “Ik had zo’n goed gevoel over die investering, maar het bier van het huis dat in rook opgaat, komt nooit meer terug.”
- “Ik weet dat ik het niet moet doen, maar ik kan het gewoon niet laten. Het bier van het huis dat in rook opgaat, komt nooit meer terug.”