Café De Vis
Het is zaterdagavond, 20:27 uur. De zon is al onder en de straten van Shaykh Uthman zijn verlicht door de lantaarnpalen. In een klein steegje, verscholen achter een booggang, bevindt zich Café De Vis.
Het café is klein en knus, met een paar tafeltjes en stoelen aan de muur. De muren zijn behangen met foto’s van vissen, en in de lucht hangt een onmiskenbare vislucht.
Aan de bar zit een man in een visserstrui. Hij drinkt een glas bier en leest een krant. Aan een tafeltje zitten twee mannen aan het praten. Ze praten over vissen, natuurlijk.
De vislucht is niet onaangenaam. Het is een warme, vertrouwde geur die je doet denken aan de zee. Het is de geur van thuiskomen.
Ik loop naar binnen en neem plaats aan een tafeltje. De man achter de bar kijkt op van zijn krant en glimlacht.
“Wat kan ik voor je doen?” vraagt hij.
“Een biertje, graag,” zeg ik.
De man schenkt een glas bier in en zet het voor me neer.
“Dank je,” zeg ik.
Ik neem een slok van mijn bier en sluit mijn ogen. De smaak van het bier is perfect. Het is koud en bitter, en het gaat perfect samen met de vislucht.
Ik open mijn ogen en kijk om me heen. De twee mannen aan het andere tafeltje zijn nog steeds aan het praten. Ze praten over een grote vis die ze gisteren hebben gevangen.
Ik glimlach. Ik ben blij dat ik hier ben. Dit is een plek waar ik me thuis voel.
(77 woorden)