Daarachter zat Ian Fleming te schrijven. (11)
De zon scheen door het open raam van de werkkamer. Ian Fleming zat aan zijn bureau, zijn ogen gericht op het vel papier voor hem. Hij schreef aan een nieuw boek, een spionagethriller over een geheim agent genaamd James Bond.
Fleming was een succesvolle schrijver, en zijn boeken over James Bond waren al in meer dan 20 talen vertaald. Hij was een meester in het creëren van spannende verhalen met een vleugje humor.
Op dit moment was Fleming bezig met een scène waarin Bond een gevaarlijke missie moest uitvoeren. Bond was een ervaren spion, maar deze missie zou zelfs voor hem een uitdaging zijn.
Fleming dacht na over de scène. Hij moest ervoor zorgen dat het spannend en realistisch was. Hij moest de lezer meenemen in het verhaal en hem laten voelen alsof hij erbij was.
Na een tijdje te hebben nagedacht, begon Fleming te schrijven. Hij voerde Bond in de scène en begon te beschrijven wat hij zag en hoorde.
Fleming was zo geconcentreerd op zijn werk dat hij niet merkte dat iemand de kamer binnenkwam.
“Daar ben je,” zei een stem.
Fleming keek op en zag zijn vrouw, Ann, in de deuropening staan.
“Ik heb je al een tijdje niet gezien,” zei ze. “Wat ben je aan het doen?”
“Ik ben aan een nieuw boek aan het schrijven,” zei Fleming. “Het gaat over een geheim agent genaamd James Bond.”
Ann glimlachte. “Ik houd van je boeken over James Bond,” zei ze. “Ze zijn altijd zo spannend.”
“Dank je,” zei Fleming. “Ik ben blij dat je ze leuk vindt.”
Ann kwam naar het bureau en zette een kopje koffie neer voor Fleming.
“Dit is voor je,” zei ze. “Je hebt het nodig om je concentratie vast te houden.”
Fleming nam een slok van de koffie.
“Dank je,” zei hij. “Dat is precies wat ik nodig had.”
Ann ging zitten op een stoel naast het bureau.
“Vertel me eens wat je aan het schrijven bent,” zei ze.
Fleming vertelde Ann over de scène die hij aan het schrijven was. Hij vertelde haar over de gevaarlijke missie die Bond moest uitvoeren.
Ann luisterde aandachtig. Ze vond het altijd leuk om te horen over Flemings werk.
“Het klinkt spannend,” zei ze toen Fleming klaar was met vertellen. “Ik kan niet wachten om het te lezen.”
“Ik hoop dat je het leuk vindt,” zei Fleming.
Fleming ging weer verder met schrijven. Ann bleef nog een tijdje bij hem zitten, maar toen werd het tijd voor haar om te gaan.
“Ik moet gaan,” zei ze. “Ik heb nog wat boodschappen te doen.”
“Oké,” zei Fleming. “Ik zie je vanavond.”
Ann stond op en ging naar de deur.
“Ik ga je boek zeker lezen,” zei ze.
“Ik hoop dat je het leuk vindt,” zei Fleming nogmaals.
Ann knikte en ging de kamer uit.
Fleming was alleen. Hij keerde zijn aandacht weer tot zijn werk. Hij was vastbesloten om een spannend en meeslepend verhaal te schrijven.
Hij zou zijn best doen om Ann niet teleur te stellen.
(einde)