Stroom die geen vermogen heeft, wordt blindstroom genoemd. Blindstroom ontstaat als er een faseverschuiving is tussen de stroom en de spanning. Dit kan het geval zijn bij apparaten met een inductiemotor, zoals een ventilator of een compressor. De inductiemotor heeft een spoel die een magnetisch veld opwekt. Dit magnetische veld veroorzaakt een stroom die de spoel ronddraait. De stroom die door de spoel loopt, is dus niet direct verantwoordelijk voor het vermogen van het apparaat.
Blindstroom wordt uitgedrukt in kilowattuur (kWh). Netbeheerders rekenen vaak een toeslag voor blindstroom, omdat het extra belasting op het elektriciteitsnet veroorzaakt.
Hier zijn enkele voorbeelden van apparaten die blindstroom verbruiken:
- Inductiemotoren, zoals in ventilatoren, compressoren, wasmachines, drogers en koelkasten
- Transformators
- Fluorescentielampen
- LED-verlichting
Om blindstroom te verminderen, kunnen apparaten worden uitgerust met een condensator. De condensator compenseert de faseverschuiving en zorgt ervoor dat de stroom en de spanning weer in fase komen te staan. Dit vermindert het blindvermogen en de belasting op het elektriciteitsnet.
Hier zijn enkele tips om blindstroom te verminderen:
- Kies voor apparaten met een hoge cosinus phi. Dit is een maat voor de faseverschuiving tussen de stroom en de spanning. Hoe hoger de cosinus phi, hoe lager het blindvermogen.
- Gebruik condensatorbanken om blindstroom te compenseren.
- Gebruik ledverlichting in plaats van fluorescentielampen. Ledverlichting verbruikt minder blindstroom.
Door blindstroom te verminderen, kunt u uw energierekening verlagen en het elektriciteitsnet ontlasten.