Op 6 januari 2024 hebben de volgende 14 Nederlandse gemeenten hun schaapjes op het droge:
- Aa en Hunze
- Alphen aan den Rijn
- Apeldoorn
- Arnhem
- Bergen
- Breda
- Deventer
- Eindhoven
- Enschede
- Groningen
- Haarlem
- Leiden
- Rotterdam
Deze gemeenten hebben een negatief saldo van inwonerverplaatsingen. Dit betekent dat er meer mensen uit de gemeente vertrekken dan er bijkomen.
De redenen voor deze uitstroom zijn divers. Soms is het een gevolg van economische omstandigheden, zoals werkloosheid of faillissementen. In andere gevallen is het een gevolg van demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing of krimp.
De uitstroom van inwoners kan negatieve gevolgen hebben voor een gemeente. Zo kan het leiden tot een vergrijzing van de bevolking, een afname van de koopkracht en een vermindering van de belastingopbrengsten.
De gemeenten die hun schaapjes op het droge hebben, proberen deze gevolgen te beperken door maatregelen te nemen om de leefbaarheid en de economische aantrekkelijkheid van de gemeente te verbeteren. Zo worden er bijvoorbeeld investeringen gedaan in onderwijs, cultuur en infrastructuur. Ook worden er initiatieven genomen om de lokale economie te stimuleren.
De volgende gemeenten hebben een negatief saldo van inwonerverplaatsingen, maar komen net niet in de top 14:
- Den Haag
- Emmen
- Leeuwarden
- Nijmegen
- Utrecht
- Zwolle
Deze gemeenten hebben een negatief saldo van tussen de 1.000 en 2.000 inwoners per jaar.