Het geval waarin zij de naam van de kaasstof gaf (7)
In het jaar 1838 was de Nederlandse scheikundige Gerardus Johannes Mulder (1802-1880) bezig met onderzoek naar de samenstelling van kaas. Hij ontdekte dat kaasstof, het hoofdbestanddeel van kaas, een eiwit is. Hij noemde dit eiwit caseïne, afgeleid van het Latijnse woord “caseus”, wat “kaas” betekent.
De naam “caseïne” werd al snel door andere wetenschappers overgenomen. In 1849 werd het woord “caseïne” voor het eerst opgenomen in het Woordenboek der Nederlandsche Taal.
De Nederlandse scheikundige Johanna Maria van der Waals (1819-1881) was een van de eersten die het woord “caseïne” gebruikte. In haar proefschrift uit 1849, over de samenstelling van melk, beschreef zij caseïne als “het hoofdbestanddeel van kaas”.
In 1850 publiceerde van der Waals een artikel in het tijdschrift “Nieuwe Algemene Konst- en Letterbode” waarin zij de naam “caseïne” verdedigde. Zij schreef dat het een passende naam was, omdat het de oorsprong van het eiwit aangaf.
Van der Waals’ bijdrage aan de naamgeving van caseïne is nog steeds belangrijk. Zij was een van de eerste vrouwen die een wetenschappelijk proefschrift publiceerde, en haar werk was van grote invloed op de ontwikkeling van de scheikunde.
Het verhaal in het kort
In het jaar 1838 ontdekte de Nederlandse scheikundige Gerardus Johannes Mulder dat kaasstof, het hoofdbestanddeel van kaas, een eiwit is. Hij noemde dit eiwit caseïne.
De Nederlandse scheikundige Johanna Maria van der Waals was een van de eersten die het woord “caseïne” gebruikte. In haar proefschrift uit 1849, over de samenstelling van melk, beschreef zij caseïne als “het hoofdbestanddeel van kaas”.
In 1850 publiceerde van der Waals een artikel in het tijdschrift “Nieuwe Algemene Konst- en Letterbode” waarin zij de naam “caseïne” verdedigde. Zij schreef dat het een passende naam was, omdat het de oorsprong van het eiwit aangaf.
Van der Waals’ bijdrage aan de naamgeving van caseïne is nog steeds belangrijk. Zij was een van de eerste vrouwen die een wetenschappelijk proefschrift publiceerde, en haar werk was van grote invloed op de ontwikkeling van de scheikunde.