De manier waarop een kameel loopt wordt “telgang” genoemd. Dit is een specifieke manier van beweging waarbij de kameel twee poten aan één zijde optilt, terwijl de andere twee op de grond blijven.
Dit stelt de kameel in staat om een constante snelheid te behouden tijdens het reizen door de woestijn. Dankzij deze unieke gang, en hun speciale eeltkussens onder de poten, kunnen kamelen zich uitstekend aanpassen aan het leven in het hete woestijnzand. Deze beweging geeft ook de kameel zijn karakteristieke schommelende gang, vandaar de bijnaam “het schip van de woestijn”.