Een gewest in het Frankische Rijk werd een gouw genoemd. Een gouw was een bestuurlijke eenheid die bestuurd werd door een graaf. De graaf was verantwoordelijk voor het innen van belastingen, het handhaven van de orde en het besturen van het recht.
De gouwen waren onderverdeeld in pagi, die bestuurd werden door een pagtheer. De pagtheer was een lokale vertegenwoordiger van de graaf.
Op het hoogtepunt van het Frankische Rijk waren er ongeveer 300 gouwen. Deze gouwen waren verspreid over een groot gebied, dat zich uitstrekte van Noord-Duitsland tot de Pyreneeën.
Enkele voorbeelden van gouwen in het Frankische Rijk zijn:
- Neustria (Noord-Frankrijk)
- Austrasia (Oost-Frankrijk)
- Aquitanië (Zuidwest-Frankrijk)
- Bourgondië (Oost-Frankrijk)
- Italië
- Spanje
Na de dood van Karel de Grote in 814 werd het Frankische Rijk verdeeld in drie delen: West-Francië, Midden-Francië en Oost-Francië. De gouwen werden in deze drie delen onderverdeeld.
In de loop van de tijd werden de gouwen vervangen door andere bestuurlijke eenheden, zoals graafschappen en hertogdommen.