De speeltijd van een waterpolowedstrijd is 4 periodes van 5 minuten zuivere speeltijd. Dat betekent dat de wedstrijd in totaal 20 minuten duurt, als er geen onderbrekingen zijn. In de praktijk duurt een wedstrijd echter vaak langer, omdat er vaak onderbrekingen zijn voor blessures, tijdstraffen en andere redenen. In de Internationale Waterpolofederatie (FINA) wordt de speeltijd van een waterpolowedstrijd daarom officieel vastgesteld op 32 minuten.
In Nederland wordt de speeltijd van een waterpolowedstrijd in de eredivisie en de eerste divisie ook vastgesteld op 32 minuten. In de lagere klassen wordt de speeltijd vaak verkort naar 24 minuten.
Bij waterpolowedstrijden voor kinderen en jongeren is de speeltijd meestal korter. Bij de allerjongsten duurt een periode bijvoorbeeld 4 minuten.
Naast de speeltijd zijn er ook nog andere tijdsduurbepalingen in het waterpolo. Zo is er een time-out van 1 minuut die elk team per periode mag nemen. Ook zijn er 2 minuten rust tussen de periodes.
In totaal duurt een waterpolowedstrijd dus ongeveer 1 uur.