De manier waarop advocaten elkaar aanspreken hangt af van een aantal factoren, waaronder:
Mate van formaliteit:
- Formeel: In formele settings, zoals tijdens een zitting of in een schriftelijke correspondentie, gebruiken advocaten de achternaam met de titel “Mr.” of “Mevrouw”. Bijvoorbeeld: “Geachte confrère mr. De Vries”.
- Informeel: In informele settings, zoals tijdens een lunch of een toevallige ontmoeting, kunnen advocaten elkaar aanspreken met hun voornaam. Bijvoorbeeld: “Hallo Peter, hoe gaat het?”.
Mate van bekendheid:
- Onbekend: Als advocaten elkaar niet goed kennen, zullen ze elkaar formeel aanspreken.
- Bekend: Als advocaten elkaar goed kennen, kunnen ze elkaar informeler aanspreken. Dit kan betekenen dat ze de voornaam gebruiken, of zelfs een koosnaam.
Geslacht:
- Mannelijke advocaten: Voor mannelijke advocaten worden de termen “confrère” en “amicus” gebruikt. “Confrère” is de formele term, terwijl “amicus” informeler is.
- Vrouwelijke advocaten: Voor vrouwelijke advocaten worden de termen “collega” en “amica” gebruikt. “Collega” is de formele term, terwijl “amica” informeler is.
Enkele voorbeelden:
- Formeel:
- Geachte confrère mr. De Vries,
- Geachte collega mw. Jansen,
- Beste mevrouw Smit,
- Informeel:
- Hallo Peter,
- Hoe gaat het, Hans?
- Goed je weer te zien, Ineke!
Trending:
De formele aanspreekvormen worden binnen de advocatuur steeds minder gebruikt. Steeds vaker worden advocaten informeler aangesproken, met de voornaam. Dit geldt met name voor jongere advocaten.
Conclusie:
Er is geen vaste regel voor hoe advocaten elkaar aanspreken. De manier van aanspreken hangt af van de context, de mate van formaliteit, de mate van bekendheid en het geslacht van de advocaten.