De hoeveelheid spaghetti per persoon hangt af van het gerecht en de persoon. Als je spaghetti als hoofdgerecht serveert voor volwassenen, is een goede vuistregel 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde spaghetti per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
Als je spaghetti serveert als bijgerecht, kun je uitgaan van 70 tot 90 gram ongekookte, gedroogde spaghetti per persoon.
Natuurlijk is het ook mogelijk om meer of minder spaghetti te nemen, afhankelijk van je persoonlijke voorkeur. Als je een grote eter bent, kun je meer nemen. En als je een kleinere eter bent, kun je minder nemen.
Het is ook belangrijk om te onthouden dat pasta tijdens het koken uitzet. Dus als je spaghetti kookt, is het belangrijk om de pasta 10 tot 12 minuten te koken, of totdat deze al dente is. Al dente betekent dat de pasta nog een beetje stevig is als je hem eruit haalt.
Als je spaghetti kookt, is het belangrijk om de pasta in ruim kokend water te doen. Het water moet minstens twee keer zo veel zijn als de hoeveelheid pasta. Voeg ook wat zout toe aan het water, dit helpt om de pasta smaak te geven.
Als de pasta gaar is, giet je het water af en voeg je wat olijfolie toe om de pasta te voorkomen dat deze aan elkaar kleeft.