Een viool heeft vier snaren, die van boven naar beneden worden aangeduid als E, A, D en G. De snaren zijn gemaakt van verschillende materialen, waaronder staal, darm en nylon. De snaren zijn bevestigd aan de brug en de staartpin en worden bespeeld met een strijkstok.
De toonhoogte van de snaren wordt bepaald door hun lengte, dikte en materiaal. De E-snaar is de kortste en dunste snaar en produceert de hoogste toon. De G-snaar is de langste en dikste snaar en produceert de laagste toon.
De snaren van een viool moeten regelmatig worden vervangen om de optimale klank te behouden. Een goede regel is om de snaren elke zes maanden tot een jaar te vervangen.