Inheemse volkeren in Canada zijn de oorspronkelijke bewoners van het land. Ze worden verdeeld in drie groepen: First Nations, Inuit en Métis.
First Nations zijn de inheemse volkeren van het vasteland van Canada. Ze worden ook wel “indianen” genoemd, maar deze term wordt door veel First Nations-mensen als beledigend ervaren. Er zijn meer dan 600 First Nations-stammen in Canada, elk met hun eigen unieke cultuur, taal en geschiedenis.
Inuit zijn de inheemse volkeren van het noorden van Canada, Alaska en Groenland. Ze zijn een nomadisch volk dat leeft van de jacht, visvangst en het verzamelen van voedsel.
Métis zijn de afstammelingen van Europese kolonisten en inheemse volkeren. Ze vormen een unieke cultuur die een combinatie is van beide tradities.
In totaal wonen er ongeveer 1,4 miljoen inheemse mensen in Canada, wat ongeveer 4% van de totale bevolking is. Inheemse volkeren hebben een rijke geschiedenis en cultuur die teruggaat tot duizenden jaren geleden. Ze hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Canada, maar hebben ook veel geleden onder de kolonisatie.
Inheemse volkeren in Canada worden nog steeds geconfronteerd met discriminatie en ongelijkheid. Ze hebben een hogere kans op armoede, werkloosheid, gezondheidsproblemen en criminaliteit dan de rest van de Canadese bevolking.
De Canadese regering heeft in de afgelopen jaren verschillende initiatieven genomen om de rechten en belangen van inheemse volkeren te beschermen. Zo is in 2017 het Verdrag van de Noordpool getekend, waarin de rechten van inheemse volkeren in het Canadese Noordpoolgebied worden erkend. Ook is er een nationale strategie voor inheemse zaken opgesteld, die zich richt op het verbeteren van de levensomstandigheden van inheemse mensen.
Ondanks deze initiatieven is er nog veel werk te doen om de ongelijkheid tussen inheemse en niet-inheemse mensen in Canada te verminderen.