De insecten die je na deel van een boom kunt vinden, zijn afhankelijk van het type boom en het deel van de boom dat je bekijkt. In het algemeen kun je echter de volgende insectengroepen verwachten:
- Plantenetende insecten, zoals bladluizen, rupsen, kevers en vlinders. Deze insecten voeden zich met de bladeren, bloemen, vruchten of wortels van de boom.
- Predatoren, zoals spinnen, wespen, sluipwespen en roofvliegen. Deze insecten jagen op andere insecten, waaronder planteneters.
- Parasieten, zoals luizen, mijten en vlooien. Deze insecten leven in of op andere insecten en voeden zich met hun lichaamsvloeistoffen.
Hier zijn enkele specifieke voorbeelden van insecten die je na deel van een boom kunt vinden:
- Bladluis is een veel voorkomende planteneter die zich voedt met de sap van bladeren. Je kunt ze vinden op de onderkant van bladeren, waar ze kleine, witte of gele vlekken vormen.
- Rups is de larve van een vlinder. Rupsen zijn planteneters en kunnen veel schade aanrichten aan bomen.
- Kevers zijn een diverse groep insecten die zowel planteneters als predatoren kunnen zijn. Je kunt kevers vinden op de bladeren, bloemen, vruchten of wortels van bomen.
- Vlinders zijn een andere veel voorkomende groep insecten die zowel planteneters als nectarivores kunnen zijn. Je kunt vlinders vinden op de bloemen van bomen.
- Spinnen zijn roofdieren die andere insecten, waaronder planteneters, jagen. Je kunt spinnen vinden in webben op de bladeren of takken van bomen.
- Wespen zijn predatoren die andere insecten, waaronder planteneters, jagen. Je kunt wespen vinden in nesten op de stammen of takken van bomen.
- Sluipwespen zijn predatoren die andere insecten, waaronder planteneters, jagen. Sluipwespen leggen hun eieren in andere insecten, waar hun larven dan opgroeien.
- Roofvliegen zijn predatoren die andere insecten, waaronder planteneters, jagen. Je kunt roofvliegen vinden in de lucht of op bladeren.
De hoeveelheid en diversiteit van insecten die je na deel van een boom kunt vinden, hangt af van een aantal factoren, waaronder het type boom, het klimaat, het seizoen en de aanwezigheid van voedselbronnen.