De eetopvoeding van mijn moeder was altijd een interessante mix van zorgzaamheid en waarschuwingen. Haar motto was steevast: “Dadelijk lust je je eten niet meer?” Deze zin werd vaak gebruikt wanneer ik mijn neus optrok voor een nieuw gerecht of een onbekende groente. Hoewel mijn moeder niet partijdig was, zorgde haar bezorgdheid er wel voor dat ik altijd mijn bord leeg at. Maar hoe effectief was deze aanpak eigenlijk?
De invloed van het “dadelijk lust je je eten niet meer?” motto
Het motto van mijn moeder werd vaak gebruikt als een waarschuwing voor de mogelijke gevolgen van het niet opeten van mijn eten. Ze geloofde dat als ik nu iets niet lustte, ik het later ook niet meer zou willen proberen. Haar bezorgdheid was begrijpelijk, want als kind was ik vaak kieskeurig en terughoudend als het ging om nieuwe smaken en texturen.
Het motto werd gebruikt als een manier om me aan te moedigen om nieuwe gerechten en ingrediënten te proberen. Als ik mijn neus optrok voor een maaltijd, werd me verteld dat ik het toch moest proberen, omdat ik het anders misschien nooit meer zou willen eten. Het idee was dat ik door het eten van verschillende gerechten en smaken mijn smaakpapillen zou ontwikkelen en meer open zou staan voor verschillende voedingsmiddelen.
In retrospectief kan ik zeggen dat het motto van mijn moeder enigszins effectief was. Het heeft me inderdaad aangemoedigd om mijn bord leeg te eten en nieuwe gerechten te proberen. Maar het heeft ook een negatieve invloed gehad op mijn eetgewoonten.
Naarmate ik ouder werd, begon ik me bewust te worden van de druk die op me werd gelegd om mijn eten op te eten. Het gevolg was dat ik soms meer at dan ik eigenlijk wilde, puur uit angst dat ik anders iets zou missen. Dit leidde tot overeten en een ongezonde relatie met voedsel.
Het is belangrijk om te erkennen dat iedereen zijn eigen smaak heeft en dat het normaal is om bepaalde gerechten niet lekker te vinden. Het is niet erg om iets niet te lusten en het is ook niet nodig om jezelf te dwingen om iets te eten wat je echt niet lekker vindt.
Het motto van mijn moeder had goede bedoelingen, maar het is belangrijk om een evenwicht te vinden tussen het aanmoedigen van kinderen om nieuwe dingen te proberen en het respecteren van hun eigen smaakvoorkeuren. Het is essentieel om een positieve relatie met voedsel te ontwikkelen en te leren luisteren naar ons eigen lichaam.
Dus, hoewel mijn moeder niet partijdig was en haar motto zeker goede intenties had, is het belangrijk om bewust te zijn van de mogelijke impact van dit soort uitspraken op de eetgewoonten en het welzijn van kinderen.