In de Nederlandse taal is opgaande lijn een synoniem voor ascendante. Het is een term uit de genealogie en betekent “de lijn van voorouders naar het kind”. In de Nederlandse wetgeving wordt de opgaande lijn ook gebruikt om de erfrechtelijke volgorde te bepalen.
In de genealogie wordt de opgaande lijn aangeduid met de letters A, B, C, enzovoort. De A staat voor de grootouders, de B voor de overgrootouders, en zo verder.
In de Nederlandse wetgeving wordt de opgaande lijn als volgt gedefinieerd:
- Gelijkberechtigde erfgenamen in de opgaande lijn zijn de ouders, grootouders, overgrootouders, enz.
- De erfgenamen in de opgaande lijn erven gelijkelijk, tenzij de overledene anders heeft bepaald.
In de praktijk betekent dit dat de ouders van de overledene, of in hun afwezigheid de grootouders, erven. Als er geen ouders of grootouders meer zijn, erven de overgrootouders, en zo verder.
In het voorbeeld van een persoon die is overleden en twee kinderen heeft, zijn de erfgenamen in de opgaande lijn de ouders van de overledene. Als de ouders van de overledene nog leven, erven ze samen de nalatenschap van hun kind. Als een van de ouders is overleden, erft de andere ouder de hele nalatenschap.
In het voorbeeld van een persoon die is overleden en geen kinderen heeft, zijn de erfgenamen in de opgaande lijn de ouders van de overledene. Als de ouders van de overledene nog leven, erven ze samen de nalatenschap van hun kind. Als een van de ouders is overleden, erft de andere ouder de hele nalatenschap.
Als er geen ouders of grootouders meer zijn, erven de overgrootouders de nalatenschap. Dit gaat zo verder totdat er erfgenamen in de opgaande lijn worden gevonden.