Raad eens hoeveel ik van je hou
Hazeltje liep naar Grote Haas toe en zei: “Raad eens hoeveel ik van je hou.”
“Oei, dat is moeilijk,” zei Grote Haas. “Dat kan ik niet raden.”
“Zo veel als de sterren aan de hemel,” zei Hazeltje.
“Oh, dat is veel,” zei Grote Haas. “Maar ik hou van jou veel meer.”
“Zo veel als de zandkorrels op het strand?” vroeg Hazeltje.
“Oh, dat is nog meer,” zei Grote Haas. “Maar ik hou van jou veel meer.”
Hazeltje dacht na. “Zo veel als de bomen in het bos?” vroeg hij.
“Oh, dat is veel,” zei Grote Haas. “Maar ik hou van jou veel meer.”
Hazeltje was moe van het denken. “Zo veel als de vissen in de zee?” vroeg hij.
“Oh, dat is veel,” zei Grote Haas. “Maar ik hou van jou veel meer.”
Hazeltje wist het niet meer. “Zo veel als de liefde die ik voor jou voel?” vroeg hij.
Grote Haas glimlachte. “Zo veel,” zei hij.
Hazeltje en Grote Haas omhelsden elkaar. Ze wisten dat ze elkaar heel veel liefhadden.
Mijn antwoord
Ik hou van jou zoveel. Meer dan ik kan uitdrukken in woorden. Meer dan ik kan tellen. Meer dan ik kan begrijpen.
Ik hou van jou als de sterren aan de hemel, de zandkorrels op het strand, de bomen in het bos, en de vissen in de zee. Maar ik hou van jou ook meer dan dat.
Ik hou van jou als de liefde die ik voor jou voel. Ik hou van jou met mijn hele hart en ziel.
Ik zal altijd van je houden.