In de boeken Aan een zijden draadje en Liefde als spoedgeval van Annejet van der Zijl komt de uitdrukking “vandaar dat een ballerina niet stil kan zitten” voor. In Aan een zijden draadje zegt de hoofdpersoon, Rebecca, deze uitdrukking tegen haar vriendin, Tom. Ze bedoelt daarmee dat ballerina’s altijd in beweging zijn, zowel op het podium als daarbuiten. Ze zijn gewend om hun lichaam te gebruiken en te controleren, en ze kunnen niet stil zitten zonder zich onrustig te voelen.
In Liefde als spoedgeval zegt de hoofdpersoon, Eva, deze uitdrukking tegen haar dochter, Roos. Ze bedoelt daarmee dat Roos, net als een ballerina, altijd in beweging is en nieuwe dingen wil ontdekken. Roos is een nieuwsgierig en ondernemend kind, en ze kan zich niet lang vervelen.
Er zijn een aantal redenen waarom ballerina’s niet stil kunnen zitten. Ten eerste is het een vereiste van hun beroep. Ballerina’s moeten in staat zijn om lange tijd in moeilijke houdingen te blijven staan en te dansen. Om dit te doen, moeten ze hun spieren en gewrichten sterk en flexibel houden. Dit is alleen mogelijk als ze regelmatig bewegen.
Ten tweede zijn ballerina’s gewend om hun lichaam te gebruiken. Ze dansen al vanaf jonge leeftijd, en ze hebben geleerd om hun lichaam op een efficiënte en gracieuze manier te bewegen. Als ze stil zitten, voelen ze zich ongemakkelijk en ontspannen ze hun spieren. Dit kan leiden tot blessures.
Ten slotte zijn ballerina’s vaak energieke en enthousiaste mensen. Ze houden van dansen en ze zijn altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Als ze stil zitten, voelen ze zich gefrustreerd en lusteloos.
De uitdrukking “vandaar dat een ballerina niet stil kan zitten” is dus een treffende manier om de aard van ballerina’s te beschrijven. Het is een herinnering aan het feit dat ballerina’s altijd in beweging zijn, zowel fysiek als mentaal.