Volgens de stroming van het pantheïsme is alles goddelijk. Pantheïsme is een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Het goddelijke is immanent en alomvattend, het heelal, natuur en God zijn identiek. Pantheïsten geloven dus niet in een persoonlijke of antropomorfe god.
In het pantheïsme wordt het goddelijke gezien als de bron en ondergrond van alles dat bestaat. Het goddelijke is niet iets dat buiten de wereld staat, maar iets dat in alles aanwezig is. Alles is een uitdrukking van het goddelijke.
Het pantheïsme is een oude levensbeschouwing die in verschillende culturen en religies voorkomt. In het oude Griekenland was het pantheïsme de dominante levensbeschouwing. Ook in het Hindoeïsme, het boeddhisme en het taoïsme zijn pantheïstische elementen te vinden.
In de westerse wereld werd het pantheïsme in de 17e eeuw populair door de filosoof Baruch Spinoza. Spinoza was een pantheïst en hij geloofde dat alles in de natuur een uitdrukking is van God.
Enkele andere bekende pantheïsten zijn:
- Giordano Bruno (1548-1600)
- Ralph Waldo Emerson (1803-1882)
- Walt Whitman (1819-1892)
- William James (1842-1910)
- Aldous Huxley (1894-1963)
Het pantheïsme is een veelzijdige levensbeschouwing die op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. Sommige pantheïsten zien het goddelijke als een bron van liefde en harmonie, terwijl anderen het goddelijke zien als een bron van kracht en creativiteit.