Vrouwelijke palingen zijn iets groter dan mannetjes en hebben een dikkere buik. Ze hebben ook een kortere staart en een meer ovale kop. Vrouwelijke palingen hebben een lichtere kleur dan mannetjes, met gouden of zilveren flanken en een groene rug. Ze hebben ook een donkere vlek op hun zijkant, vlak achter hun kop.
Vrouwelijke palingen zijn geslachtsrijp als ze ongeveer drie jaar oud zijn. Ze leggen hun eieren in de Sargassozee, in het midden van de Atlantische Oceaan. De eieren komen uit na ongeveer een maand en de larven, die ook wel glasaal genoemd worden, zwemmen naar Europa en Noord-Amerika om te groeien.
Als de glasaal volwassen wordt, verandert hij van kleur en wordt hij een zoetwater paling. De paling trekt dan naar zoetwater, zoals rivieren, meren en kanalen. De paling leeft in zoetwater tot hij ongeveer vijftien jaar oud is, dan keert hij terug naar de Sargassozee om zich voort te planten.