Van Gogh woonde van december 1883 tot november 1885 in Nuenen, Nederland. Hij woonde daar in de pastorie bij zijn ouders, die daar op dat moment woonden.
Deze periode in Nuenen was een van de belangrijkste en meest productieve periodes in zijn leven. Hij maakte er ongeveer 25% van zijn totale oeuvre, waaronder beroemde werken zoals De Aardappeleters en De Zonnebloemen.
In Nuenen richtte Van Gogh zich op het schilderen van het dagelijkse leven van de boeren en wevers in de omgeving. Hij was gefascineerd door hun harde werk en eenvoudige levensstijl.
Na twee jaar in Nuenen te hebben gewoond, verhuisde Van Gogh naar Antwerpen in België.