De kracht van de Bijbelse Simson schuilde in vier dingen:
- Gods Geest. Simson was een Nazireeër, wat betekende dat hij zijn haar niet mocht afknippen. Dit was een teken van zijn toewijding aan God. God gaf Simson zijn kracht als een geschenk, om hem te gebruiken om Israël te beschermen tegen de Filistijnen.
- Zijn haren. Simson’s haar was een symbool van zijn Nazireeërschap en zijn toewijding aan God. Zijn kracht was gekoppeld aan zijn haren. Als zijn haren zouden worden afgeknipt, zou zijn kracht worden weggenomen.
- Zijn geloof. Simson had een sterk geloof in God. Hij vertrouwde erop dat God hem zou helpen in zijn strijd tegen de Filistijnen.
- Zijn vastberadenheid. Simson was een vastberaden man. Hij was vastbesloten om Israël te beschermen tegen de Filistijnen, zelfs als dit zijn eigen leven zou kosten.
De kracht van Simson was dus een combinatie van fysieke kracht, goddelijke kracht, geloof en vastberadenheid.
Hier zijn enkele specifieke voorbeelden van Simson’s kracht:
- Hij versloeg een leeuw met zijn blote handen.
- Hij doodde 30 Filistijnen met een ezelskaak.
- Hij rukte de poort van Gaza uit zijn hengsels en sleepte deze mee naar de top van een berg.
- Hij liet een gebouw instorten en doodde daarbij 3.000 Filistijnen.
Uiteindelijk werd Simson’s kracht hem fataal. Hij werd verraden door zijn geliefde Delila, die zijn geheim ontfloot aan de Filistijnen. De Filistijnen knipten zijn haren af, waardoor zijn kracht wegviel. Ze blindden hem en hielden hem gevangen. Op het einde van zijn leven gebruikte Simson zijn laatste kracht om een gebouw op de Filistijnen te laten instorten, waardoor hij zelf omkwam, maar ook veel Filistijnen.