Een hernia is een uitstulping van weefsel of een orgaan uit een lichaamsholte. Het woord hernia komt van het Latijnse woord “hernia”, wat “uitstulping” betekent.
De meest voorkomende vorm van hernia is een rughernia. Bij een rughernia is er een uitstulping van de tussenwervelschijf, die de wervels van de rug met elkaar verbindt. De tussenwervelschijf bestaat uit een harde buitenlaag en een zachte binnenlaag. Bij een hernia scheurt de buitenlaag en wordt de zachte binnenlaag naar buiten geduwd.
Een rughernia kan pijn, tintelingen en krachtsverlies in de rug, bil of been veroorzaken. De pijn kan hevig zijn en erger worden bij beweging of hoesten.
De oorzaak van een rughernia is niet altijd duidelijk. Factoren die het risico op een rughernia kunnen vergroten zijn:
- Overgewicht
- Veroudering
- Fysieke inspanning
- Zwangerschap
- Trauma
De behandeling van een rughernia hangt af van de ernst van de klachten. In veel gevallen is conservatieve behandeling voldoende, zoals rust, pijnstilling en fysiotherapie. Als de klachten niet verbeteren of als er sprake is van ernstige uitval, kan een operatie nodig zijn.
Andere soorten hernia’s zijn onder meer:
-
Liesbreuk: een uitstulping van buikorganen door een zwakke plek in de liesstreek.
-
Navelbreuk: een uitstulping van buikorganen door een zwakke plek in de navelstreek.
-
Middenrifbreuk: een uitstulping van buikorganen door een zwakke plek in het middenrif.
-
Zwembadbreuk: een uitstulping van buikorganen door een zwakke plek in de buikwand, meestal na een val of een andere blessure.