In 1811 werd het dragen van een achternaam verplicht in Nederland. Dit was een invoering van de Franse bezetters, die het Koninkrijk Holland in 1810 hadden gesticht. Voorheen hadden veel Nederlanders geen vaste achternaam, maar gebruikten ze een voornaam of een beroep als identificatie.
De nieuwe regelgeving verplichtte iedereen om een achternaam te laten registreren bij het gemeentehuis. Wie geen vaste achternaam had, moest er een aannemen. De achternaam moest uniek zijn, zodat iedereen in Nederland aan de hand van zijn achternaam kon worden geïdentificeerd.
De invoering van de achternaam was een grote verandering voor veel Nederlanders. Vooral in het noorden en oosten van het land, waar veel mensen geen vaste achternaam hadden, was dit een ingrijpende maatregel.
De achternaam die in 1811 werd geregistreerd, is de achternaam die de meeste Nederlanders tot op de dag van vandaag dragen.
De volgende informatie moest iedereen in Nederland in 1811 laten registreren:
- De achternaam
- De voornamen
- De geboortedatum
- De geboorteplaats
- De naam van de ouders
- De beroepsbezigheid
- De woonplaats
De registratie van de achternaam werd gedaan door het gemeentebestuur. De registratie werd opgenomen in de registers van de burgerlijke stand.