De uitdrukking “zich maar voortslepende tijden waarin we het niet breed hebben” betekent dat er een periode van armoede en moeilijkheden is. Het is een algemene uitdrukking die kan worden gebruikt om te verwijzen naar een specifieke periode in de geschiedenis, of naar een meer algemene situatie van armoede en ongelijkheid.
In de context van de huidige situatie in Yemen, zou deze uitdrukking kunnen worden gebruikt om de jarenlange burgeroorlog en de daaruit voortvloeiende economische malaise te beschrijven. De oorlog heeft geleid tot een enorme humanitaire crisis, met miljoenen mensen die afhankelijk zijn van humanitaire hulp. De economie van het land is instortten, en de meeste mensen kunnen nauwelijks rondkomen.
De uitdrukking kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar de huidige economische situatie in de wereld. De COVID-19-pandemie heeft een wereldwijde economische crisis veroorzaakt, en veel mensen hebben hun baan verloren of zien hun inkomen dalen. De stijgende inflatie maakt het voor veel mensen moeilijk om rond te komen.
In beide gevallen is de uitdrukking “zich maar voortslepende tijden waarin we het niet breed hebben” een sombere constatering van een periode van armoede en moeilijkheden. Het is een tijd waarin veel mensen moeten worstelen om in hun levensonderhoud te voorzien, en waarin de toekomst onzeker is.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe deze uitdrukking kan worden gebruikt:
- “De jaren na de Tweede Wereldoorlog waren een periode van zich maar voortslepende tijden waarin we het niet breed hadden.”
- “De oorlog in Yemen heeft geleid tot zich maar voortslepende tijden waarin de bevolking het niet breed heeft.”
- “De COVID-19-pandemie heeft geleid tot zich maar voortslepende tijden waarin veel mensen het niet breed hebben.”